Een eigen plek
Twee kinderen op één slaapkamer. Die situatie ken ik van toen ik als kind samen met mijn jongere zus een kamer deelde. Of ik behoefte had aan een eigen plek weet ik niet meer zo goed; dat ik het als tiener geweldig vond toen ik een eigen kamer kreeg wel. Het werd echt mijn plekje, waar ik me terug kon trekken als ik even alleen wilde zijn.
Die eigen kamer verdween toen ik ging trouwen. Dat zo’n eigen plek heel fijn was, besefte ik pas toen ik die niet meer had. Het appartement waar we gingen wonen, was heel fijn. Maar alle ruimtes hadden een gezamenlijke bestemming. Ik kon me best ergens terugtrekken, maar de kans dat manlief om een of andere reden toch ook in die kamer moest zijn, was reëel. Dus ging ik op zoek naar een oplossing.
Het liefste had ik echt een eigen kamer, maar dat was onmogelijk. Wat ik in dat kamertje zou willen hebben, kon wel gerealiseerd worden. Een eigen plek in de vorm van een bureau. We kochten een secretaire voor de woonkamer en die richtte ik in met mijn eigen schrijfspullen, laptop, bijbel en boeken. Als ik erachter zit, ben ik niet altijd alleen. Maar het is wel een plek waar ik ga zitten als ik tijd voor mezelf wil. De plek waar ik schrijf en ontspan, de plek waar ik droom en creatief ben.
Twee kinderen op één slaapkamer. Die situatie kennen mijn twee kinderen, die samen een kamer delen. Tot nu toe gaat dat gelukkig heel goed, ze weten ook niet anders. Dat ze behoefte hebben aan een eigen plek, hoor ik ze niet zeggen, al zit het wel in de planning om op termijn twee kinderkamers te realiseren. Maar ik zie de beperkingen die een gedeelde kamer soms geeft. De oudste vindt het, net als ik dat vind, heerlijk om zich af en toe even terug te kunnen trekken en rustig alleen te spelen. Maar als de jongste ligt te slapen, moet hij het toch doen met een gedeelde woonkamer. En de bouwwerken die hij daar maakt, zijn niet lang veilig als zijn broertje weer wakker is. Dus ging ik op zoek naar een oplossing.
Het liefste geef ik de oudste de mogelijkheid om ongestoord te kunnen spelen. En ik vond een manier waarop dat enigszins gerealiseerd kon worden. Een eigen plek in de vorm van een bureau. We kochten een oud schoolbankje voor de woonkamer en die richtte zoonlief in met zijn eigen knutselspullen en bouwwerken. Als hij erachter zit, is hij niet altijd alleen. Maar het is wel een plek waar hij gaat zitten als hij niet in zijn spel gestoord wil worden. De plek waar hij speelt en ontspant, de plek waar hij fantaseert en creatief is.
Een eigen plek is heerlijk. Maar die plek is op zijn best als die wordt gedeeld. Als ik daar mijn tijd en aandacht geef aan God, als ik lees en bid, als ik Hem ontmoet. Een eigen plek, maar niet alleen. Soms met mijn zoon in dezelfde kamer. Omdat het niet anders kan. En waardoor ik hopelijk het voorbeeld geef dat een eigen plek het fijnste is als die gedeeld wordt met God.
Dit blog is oorspronkelijk geschreven voor Sestra.
Herkenbaar. Ik heb nu de kinderen ouder worden een eigen kamer. Een schrijfkamer en ik vind het fijn. Mooi dat je schrijft, dat die plek nog mooier wordt als je hem deelt met God.