Leviticus 1 t/m 5
Gisteren vierden we met alle Nederlanders de verjaardag van onze koning Willem-Alexander, oftewel: Koningsdag nieuwe stijl. Heel leuk zo’n nationale feestdag, echt! Maar toch best gek dat we massaal de verjaardag vieren van iemand die we (waarschijnlijk) nooit hebben ontmoet en dat we de Koning Die we wel persoonlijk (kunnen) kennen zo weinig toejuichen. Ik denk dat we kunnen leren van Leviticus!
Door zo’n feestdag als gisteren, vergeet ik altijd welke dag in de week het nu precies is. Voor mijn idee is het vandaag maandag, maar nee dus. Vandaar dat ik vandaag (en niet gisteren op maandag) ben begonnen met het lezen in Leviticus. In het kader van vijf hoofdstukken per week, lezen we deze week dus door tot en met zaterdag.
Zoals Nederland bij koning Willem-Alexander hoort, heeft Koning Jezus ook Zijn Koninkrijk. En elk koninkrijk heeft wetten en regels, zo ook God. In Leviticus 1 t/m 5 geeft God de wetten rondom vijf offers: het brandoffer, graanoffer, dankoffer, zondoffer en schuldoffer.
In onze tijd hoeven we die offers niet meer te brengen. Na Goede Vrijdag en Pasen weten we dat Jezus als Lam de schuld heeft gedragen en de dood heeft overwonnen. Maar ondanks dat wij niet meer letterlijk die offers hoeven te brengen, kunnen we wel leren van wat God in Leviticus zegt. Bij elk hoofdstuk kunnen we stilstaan bij het feit dat God de zonde serieus neemt, dat er bloed nodig is om onze zonden te bedekken en dat er verzoening nodig is. Alle elementen van de offers wijzen heen naar het offer dat Jezus bracht. Een uitdaging om die verwijzingen te ontdekken en je daarover te verwonderen!
Een offer was niet iets dat onopgemerkt bleef. Het was duidelijk zichtbaar en ook de geur verspreidde zich. Het is mijn verlangen dat het lezen van Leviticus niet alleen voor mijzelf een verrijking is, maar dat mijn omgeving het zal merken. En bovenal, dat het voor God is als een aangename geur!
Laten we met elkaar gaan lezen welke wetten God gaf, ons voor Hem verootmoedigen en ons leven – en onze tijd – als een offer aan Hem geven. En laten we uitdelen van de genade die we ontvangen, zoals Petrus zegt:
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht (1 Petrus 2: 9)”
Omdat Leviticus niet het makkelijkste Bijbelboek is om te lezen, heeft Courtney – van wie ik het rooster en de vragen gebruik – besloten om niet elke dag een discussievraag te geven. Deze week is er daarom alleen een vraag bij Leviticus 4 en 5. De inhoud van de Bijbel zelf is al een uitdaging op zich!